Deze jardinière, in het bezit van Nationaal Museum Paleis het Loo is één uit een set van vier. De jardinière maakt deel uit van  een neo-Lodewijk XVI ameublement dat (geheel- of gedeeltelijk) in diverse koninklijke paleizen heeft gestaan. De jardinière was oorspronkelijk bedoeld voor de Rode Salon van Paleis Het Loo. 

Tijdens het opstellen van het conditierapport werd duidelijk dat de schade aan het object groot was. Zo bleek de constructie zwak, ontbrak de rechter zijkant, was het kruis tussen de verjongde poten verloren gegaan en miste een aantal gesneden rozetten en een deel van het lijstwerk. Tevens was het meubel geheel in zwarte lak gehuld, terwijl de jardinière oorspronkelijk gedeeltelijk met olievergulding was afgewerkt.

Naast het uitvoeren van  kunsthistorisch- en materiaaltechnisch onderzoek werden ook de verschillende belangen geïdentificeerd, waarna een behandelingsvoorstel werd opgesteld. Zo was besloten de ontbrekende delen van de jardinière aan te vullen en de vergulde delen te herstellen. Hiervoor werd een reversibele methode gebruikt die over de zwarte lak is aangebracht. De ontbrekende delen zijn aangevuld en afgewerkt in lijn met de rest van het meubel.

Meer informatie over het onderzoek en de behandeling van de jardinière is beschreven in mijn PI-thesis Restauratie van een Jardinière (Universiteit van Amsterdam).